Misverstand: ben je nachtblind of heb je problemen met je nachtzicht?

Misschien heb je wel al eens gemerkt dat je moeite hebt met je zicht bij het autorijden of bij bewegingen in het donker? Hoe komt dat nu eigenlijk? En nachtblindheid, wat is dat precies?
   
 

Kegeltjes en staafjes

Bij een overgang van licht naar donker moeten onze ogen zich steeds aanpassen, en daarin spelen de kegeltjes en staafjes een belangrijke rol. Laten we dit even van dichterbij bekijken. Hoe ziet dat er in het oog precies uit? In het centrum van het netvlies, op een oppervlakte van een vierkante millimeter, zitten er verschillende kegeltjes. Het zijn die kegeltjes die er overdag voor zorgen dat we kleuren zien. Er bestaan rode, groene en blauwe kegeltjes en per oog komt dat gemiddeld neer op een aantal van 6 miljoen. Wanneer we het licht uitdoen of het buiten donkerder wordt, bouwen die kegeltjes hun activiteit af en gaan de staafjes aan het werk. Per oog zijn er zo’n 120 miljoen staafjes actief. Door de overgang van kegeltjes naar staafjes zie je de eerste minuten minder goed. In het donker zie je daardoor enkel grijstinten en geen kleuren. Wanneer de overgang op zijn einde komt, begin je geleidelijk aan ook beter te zien. Wanneer de staafjes niet goed werken, spreekt men van nachtblindheid.

Nachtblind? Of nachtbijziend?

Er bestaan heel wat misverstanden over nachtblindheid. Vaak spreken mensen van nachtblindheid terwijl het eigenlijk om problemen met het nachtzicht gaat. Het is belangrijk om deze fenomenen niet met elkaar te verwarren: nachtblindheid (overkoepelende naam retinitis pigmentosa) is een erfelijke netvliesziekte waar je niets aan kan doen. 1 op de 4.000 mensen lijdt eraan. Nachtbijziendheid (night myopia of hemeralopie/nyctalopia) betekent dat je minder goed ziet wanneer het donker is: 0,8 procent van de mensen heeft hier last van.

Oorzaken

Nachtbijziendheid kan verschillende oorzaken hebben. Meestal komt nachtbijziendheid voor bij jonge mensen die last hebben van bijziendheid. Door een vervorming van het oog, valt het brandpunt op een verkeerde plek op het netvlies. Daardoor is het beeld wazig. Nachtbijziendheid kan ook voorkomen wanneer de ooglens verkleurt of gelig wordt, wat zorgt voor een wazig beeld. Dit komt voornamelijk voor bij oudere mensen. Daarnaast kunnen ook diabetes en veranderingen in het netvlies aan de basis liggen van night myopia.

Wat doe je eraan?

Nachtbijziendheid kan je op verschillende manieren aanpakken (vitamine A-supplementen, bepaalde oogdruppels of een oogoperatie).

Soms kunnen heel eenvoudige zaken al helpen. De grootste last ondervindt men meestal tijdens het autorijden. Zo kan je je dashboardverlichting hoger zetten of het handschoenkastje met een lichtje openzetten. Met die extra verlichting rem je je pupilverwijding af.

Staar of cataract kan behandeld worden met een laserbehandeling (de bestaande lens wordt vervangen door een nieuwe) of een extra lensimplant (op bestaande lens). Welke behandeling het meest geschikt is, wordt door de oogarts tijdens een vooronderzoek vastgesteld.

Bekijk hier onze andere blogartikels.